Apeldoorn

In het onderwijs zijn er twee partijen, de scholier/student en het personeel. Beide gaan ze gebukt onder de te volle klassen en de eenzijdige afrekening op testresultaten zoals de CITO. Wat zegt het verkiezingsprogramma van de SP hierover?

Het personeel in het basisonderwijs kijkt elke dag tegen klassen aan van soms meer dan 30 leerlingen. Hoe is het dan mogelijk om de leerlingen de aandacht te geven dat ze verdienen? Is het dan raar dan leraren klagen over een hoge werkdruk? Wanneer de leerlingen vrij zijn moet voor die 30 leerlingen natuurlijk ook het nodige nakijkwerk en voorbereiding gedaan worden. Daarom zegt de SP: In het basisonderwijs maken we per direct een einde aan klassen van 30 of meer leerlingen. Op termijn werken we toe naar een gemiddelde klassengrootte van 23 leerlingen.

Het wordt voor studenten steeds moeilijker om van een mbo door te stromen naar een hbo of van een hbo naar een universiteit. Hierdoor ontneem je jongeren de kansen om zich verder te ontwikkelen. Daarom zegt de SP: Leerlingen krijgen meer mogelijkheden om onderwijs te ‘stapelen’, bijvoorbeeld om via het vmbo naar de havo te gaan of van het mbo naar het hbo. Daardoor krijgen leerlingen met een achterstand meer kansen.

De SP wil een studiebeurs voor alle studenten. Jongeren uit gezinnen met een lager inkomen krijgen daar bovenop een verhoogde aanvullende beurs. Hiermee wordt voor deze jongeren een financiële drempel weggenomen om te gaan studeren.
Daarom ook voor het onderwijs de SP.

Dit is natuurlijk maar een greep uit het totale verkiezingsprogramma. Kijk op https://sp.nl/verkiezingsprogramma-2017-pak-de-macht voor het complete programma.

Henri Kerkdijk